Schijnzelfstandigheid en de filmindustrie: zo zit het
De belastingdienst heeft aangekondigd in 2026 strenger te handhaven op het gebied van schijnzelfstandigheid: is iemand die het werk verricht echt een zzp'er of is hij eigenlijk in loondienst?
De belastingdienst heeft ook aangekondigd in 2026 boetes te zullen uitdelen. [1]
Criteria zelfstandigheid
De relevante criteria zijn niet veranderd. Om te bepalen of iemand in loondienst is, geeft de wet van oudsher vier elementen: arbeid – loon – gezag – gedurende zekere tijd. De arbeid moet gedurende zekere tijd tegen loon worden verricht onder gezag van de werkgever. In de praktijk verricht ook de zzp’er arbeid tegen loon gedurende zekere tijd. Alleen de kwestie van gezag stond (en staat) van oudsher ter discussie. De zzp’er is zelfstandig en bepaalt zelf óf hij werkt, hoe hij werkt, wanneer hij werkt en (vaak) waar hij werkt.
Een kanttekening hierbij is dat als iemand aan een ander een opdracht geeft om bepaald werk te doen, hij daarbij best instructies mag geven, bijvoorbeeld over het eindresultaat. Maar die instructies maken nog niet dat diegene dan ‘onder gezag’ de werkzaamheden verricht en in loondienst is.
Als een tuinman een grote tuin komt onderhouden, kan de eigenaar best instructies geven over hoe kort hij het gras gemaaid wil hebben, hoe de kanten moeten worden afgestoken en waar de tuinman meer of minder aandacht aan moet geven. De tuinman is dan nog niet in loondienst.
Producenten: Waar moet je op letten?
In een arrest over de (schijn)zelfstandigheid van bezorgers van Deliveroo heeft de Hoge Raad een aantal criteria (‘gezichtspunten’) geformuleerd die van belang zijn voor de beoordeling of er sprake is van loondienst of zelfstandigheid.
De genoemde criteria hebben geen vaste rangorde. De beoordeling blijft een integrale afweging van alle omstandigheden van het geval, om vast te stellen of wordt voldaan aan de vier wettelijke elementen van art. 7:610 BW: arbeid – loon – gezag – gedurende zekere tijd.
Hier volgen de tien gezichtspunten die de Hoge Raad heeft geformuleerd.
1. De aard en de duur van de werkzaamheden. (De belastingdienst maakt bovendien nog onderscheid tussen inspanning versus resultaat. Is het een inspannings-verbintenis, dan is het eerder loondienst, dan wanneer de betreffende persoon een resultaat moet neerzetten en daarop kan worden afgerekend.)
In de filmindustrie zijn aard en duur van de werkzaamheden gewoonlijk project gerelateerd. Als er een project is (een werkgever heeft lang niet altijd een project), is er werk en is vraag naar de betreffende arbeid. Daarom zal dit gezichtspunt, toegepast in de filmindustrie, eerder een argument zijn voor zelfstandigheid.
2. De wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald.
Als de werkgever/ opdrachtgever kan zeggen wat je moet doen en wanneer je het moet doen (maandag tot vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur) is er een aanwijzing voor loondienst.
In de filmindustrie word je (in ieder geval de zogeheten ‘heads-of-departments’) gevraagd vanwege je vaardigheden, je beslist zelf hoe je jouw werkzaamheden uitvoert en deels bepaal je ook zelf wanneer. Bijvoorbeeld de director of photography (DoP) zal camera en lenzen testen, maar hij bepaalt wanneer en waar hij dat zal doen. Zijn of haar verdere voorbereiding is ook geheel aan de DoP.
Natuurlijk moet hij op een bepaalde dag op een bepaalde locatie zijn op een bepaalde tijd. Maar die worden niet bepaald door de werkgever/ opdrachtgever, maar door het productieschema: de beschikbaarheid van locaties en van acteurs en door het script: studio of locatie en of het dag- of nachtopname is).
Ook dit gezichtspunt zal in de filmindustrie eerder wijzen op zelfstandigheid.
3. De inbedding van het werk en van de werkende in de organisatie en bedrijfsvoering van degene voor wie het werk wordt verricht.
Dit gezichtspunt bevat twee – belangrijke - aspecten: (a) de inbedding van het werk en (b) de inbedding van de werkende in de organisatie.
(a) Als een meubelmakerij een timmerman inhuurt om meubels te maken, dan zal deze zelfstandige het werk doen dat eigen is aan de meubelmakerij. Het lijkt er dan eerder op dat de meubelmakerij nog een timmerman nodig had, maar niet iemand in dienst wilde nemen: een aanwijzing voor loondienst.
(b) Van inbedding van de werkende in de organisatie is bijvoorbeeld sprake als de werk-/opdrachtgever ook aan de zzp’er cursussen aanbiedt en betaalt, of als de zzp’er ook wordt uitgenodigd voor het Sinterklaas- of kerstfeest.
In de filmindustrie zal niet gauw sprake zijn van inbedding. Weliswaar is het werk van de gemiddelde filmproducent het produceren van films, maar dat werk, de productie, is wezenlijk anders dan het werk van de specialisten die voor het maken van een film nodig zijn (zoals DoP, production designer en editor).
Dit zal anders zijn voor een productiemanager of productieassistent die wordt ingehuurd. En het kan ook anders zijn voor een groot televisieproductiebedrijf dat continu produceert.
Inbedding in de organisatie zal ook niet gauw plaatsvinden: zodra de opnamen zijn voltooid wordt van de meeste personen afscheid genomen en komt men elkaar alleen maar weer tegen bij de première van de film of bij een nieuwe film, wanneer de samenwerking goed was bevallen (en de betreffende zzp’er niet toevallig net ander werk had).
4. Het al dan niet bestaan van een verplichting tot persoonlijke uitvoering van het werk.
Als je zelf het werk moet uitvoeren en je kan niet iemand anders het laten doen is dat in beginsel een aanwijzing voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst.
Maar iemand kan ook gekozen worden om een bepaald werk te doen, vanwege zijn bijzondere kwaliteiten of reputatie. Als je wilt dat een bepaalde portretschilder jouw portret schildert, wil je ook niet dat hij het uitvoerende werk door een ander laat doen.
Juist in de filmindustrie worden mensen gevraagd vanwege hun expertise, ervaring en reputatie, maar ook vanwege hun affiniteit met bijvoorbeeld het genre film. De ene DoP is beter voor een actiescene en de ander is beter voor een art house film, de ene production designer is meer overvloedig, waar de ander meer minimalistisch is. Het is op dat soort eigenschappen dat in de filmindustrie iemand wordt gevraagd voor een functie. Het is dan ook om deze reden dat het feit dat iemand het werk persoonlijk zal moeten doen in de filmindustrie niet gauw een aanwijzing zal zijn voor een arbeidsverhouding.
Het bovenstaande geldt natuurlijk vooral voor ‘heads of departments’, voor assistenten en uitvoerenden (decorschilders, decorbouwers) zal het anders zijn.
5. De wijze waarop de contractuele regeling tot stand is gekomen.
Wordt er onderhandeld, of is het tekenen bij het kruisje?
6. De wijze waarop de beloning wordt bepaald en uitgekeerd (bijv. vaste vergoeding, tarief, BTW).
Een uurloon of een maandloon is een indicatie voor een arbeidsovereenkomst. Een totaalprijs (ex BTW) of een dagprijs (ex BTW) zijn aanwijzingen voor zelfstandigheid. Zeker als bijvoorbeeld een dagprijs gepaard gaat met de afspraak dat met de totale opdracht niet meer dan x dagen gemoeid zullen zijn en dat eventuele extra dagen voor reklening van de zzp’er/ opdrachtnemer zullen komen.
7. De hoogte van de beloning.
Is de hoogte van de beloning het gevolg van onderhandelingen en spelen bij de bepaling daarvan factoren mee zoals het zijn van gerenommeerd of beginner, de vraag op de markt enz., of stelt de opdrachtgever de beloning eenzijdig vast?
In de filmindustrie zie je dat de hoogte van de beloning rekening houdt met veel factoren en in beginsel het resultaat is van onderhandelingen (alleen het beschikbare budget voor de film is vaak een plafond).
Het loon voor een ZZP’er zal in de regel ook hoger zijn dan voor iemand in loondienst. De ZZP’er dient voor eigen arbeidsongeschiktheidsverzekering te zorgen, wordt niet doorbetaald tijdens ziekte en bouwt geen pensioen op.
8. Het commerciële risico dat de werkende loopt (ondernemersrisico).
Als iemand in loondienst is en er is geen werk, dan is dat het risico van de werkgever. Het loon zal hij moeten doorbetalen. Als de werknemer ziek wordt, zal de werkgever het loon moeten doorbetalen.
Maar als de zzp’er kan worden opgezegd wanner er geen werk is, als hij geen recht op betaling heeft als hij ziek is of om andere redenen niet werkt, is er een aanwijzing voor zelfstandigheid.
9. Of de werkende zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen.
Als degene die het werk uitvoert zich ook in het economisch en maatschappelijk verkeer gedraagt als ondernemer, is dat ook een aanwijzing voor zelfstandigheid.
Dat gedragen kan gelegen zijn in, onder meer, het opbouwen van reputatie, het verrichten van acquisitie, het hebben van een LinkedIn-profiel, hoe de opdrachtnemer zelf zich fiscaal opstelt (doet hij bijvoorbeeld BTW aangifte, heeft hij/ zij recht op zelfstandigenaftrek), een inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, het aantal opdrachtgevers dat iemand heeft en de duur van opdrachten.
De duur van de opdrachten zal in de speelfilmindustrie niet een probleem zijn. Iemand wordt ingehuurd voor de draaiperiode en die bedraagt over het algemeen een relatief korte duur. Dat kan anders zijn wanneer een grote televisieserie wordt opgenomen. Maar als dat weer eenmalig is, hoeft dat nog niet afbreuk te doen aan de zelfstandigheid.
10. De feitelijke betekenis van contractuele bepalingen, zoals een vervangingsclausule: een beding telt alleen mee als het daadwerkelijk betekenis heeft voor de werkende.
Je kan een contract nog zo mooi optuigen met prachtige bepalingen om maar te doen alsof het geen arbeidsovereenkomst is, maar uiteindelijk gaat het om de feitelijke (praktische) betekenis van de bepalingen en de waarde daarvan voor degene die de werkzaamheden uitvoert.
Zo hoor je vaak dat als je je kan laten vervangen, er dan geen arbeidsovereenkomst zou zijn. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een contractuele vervangingsmogelijkheid het bestaan van een arbeidsovereenkomst niet uitsluit.
Van belang is de feitelijke betekenis van het beding. Is vervanging incidenteel?, zijn de werkzaamheden eenvoudig? Kan je een verdienmodel maken van de mogelijkheid van vervanging?
Payrolling als alternatief voor filmproducenten
Als iemand voor bepaald werk niet kwalificeert als zelfstandige, dan is hij of zij werknemer. Veel filmproducenten willen niet zelf een loonadministratie voeren en zijn ook niet in staat de risico’s van het werkgeverschap te dragen (bijvoorbeeld doorbetaling bij ziekte).
De oplossing zal moeten worden gezocht in het verlonen via payroll of inhuren via een uitzendbureau (bijvoorbeeld via een bedrijf als Tentoo).
Wat is payrolling en hoe werkt het juridisch?
Sinds 2020 heeft payroll een juridische status. Een payroller verschilt van een uitzendkracht in dat je zelf als opdrachtgever uitkiest wie je wilt inhuren , bovendien mag een payroller exclusief ter beschikking staan van jouw bedrijf (een uitzendkracht kan ieder moment gewisseld worden).
Een payroller heeft dezelfde primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden als eventueel vast personeel. ‘Arbeidsrechtelijke’ risico’s, zoals doorbetaling bij ziekte, worden overgenomen door het payrollbedrijf, die wordt de juridische werkgever.
De payrollkracht/freelancer bouwt via het payrollbedrijf rechten op voor WW, ZW en WIA.
Een opdrachtgever mag weer niet ‘zomaar’ van de ene op de andere dag de payrollsamenwerking stopzetten. In beginsel geldt dezelfde opzegtermijn als voor een medewerker op de loonlijst van de opdrachtgever. De precieze opzegtermijn hangt ook af van de afspraken tussen de opdrachtgever en het verloningsbedrijf.
In de filmindustrie zal je iemand aannemen voor een productie: een vast omschreven werk en dus voor bepaalde tijd. Met de opzegtermijn heb je dan niet te maken.
Aangezien een payroller recht heeft op dezelfde rechtspositie en arbeidsvoorwaarden als medewerkers die bij de inlener in dienst zijn, betekent dit ook dat de wettelijke ketenregeling van toepassing is, waardoor een contract voor bepaalde tijd onder omstandigheden kan veranderen in een contract voor onbepaalde tijd. Dit betekent concreet dat er maximaal drie tijdelijke contracten in drie jaar gegeven mogen worden waarbij de tussenpoos tussen de contracten steeds minimaal zes maanden moet zijn.
Payrolling - Consequenties voor het budget
Payrolling is veranderd door de inwerkingtreding van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) (per 1.1.1920). Payrollkrachten hebben sindsdien ook mogelijk aanspraak op de transitievergoeding bij beëindiging van het contract en op vakantiedagen en vakantiegeld. Voor payrollers worden alle sociale verzekeringen betaald, maar de WW premies zijn zelfs hoger dan die voor werknemers in vaste dienst! Je zal bij het begroten van de kosten van de film hier rekening mee moeten houden. Maar deze meerkosten zijn nog altijd lager dan de naheffing met boete door de belastingdienst!
Modelovereenkomsten zzp: wat je moet weten
Naar aanleiding van de afschaffing van de Verklaring arbeidsrelatie (de VAR) heeft de Belastingdienst modelovereenkomsten vastgesteld. Let wel, deze modelovereenkomsten bieden geen zekerheid: het gaat om de daadwerkelijke, feitelijke invulling van de werkzaamheden en dat wordt beoordeeld aan de hand van de hiervoor genoemde criteria.
Er komen geen nieuwe modelovereenkomsten en de bestaande goedgekeurde modelovereenkomsten blijven geldig tot 31 december 2029 (ook als er in de modelovereenkomst iets anders staat).
Lees meer over modelovereenkomsten bij Werken met modelovereenkomsten.
Voor acteurs (en andere artiesten) blijft gelden dat in beginsel sprake is van een fictieve dienstbetrekking, tenzij ze conform artikel 4 lid 2 van het Besluit aanwijzing gevallen waarin arbeidsverhouding als dienstbetrekking wordt beschouwd voor aanvang van de betaling van de beloning een schriftelijke overeenkomst is gesloten waaruit blijkt dat het de bedoeling is van beide partijen is om artikel 4 lid 1 van het voornoemde Besluit buiten toepassing te verklaren. De tekst die nu in de modelovereenkomsten hierover staat kan aldus gebruikt blijven worden.
Origineel gepubliceerd op LinkedIn: https://www.linkedin.com/pulse/zzper-de-filmindustrie-producent-let-op-roland-wigman-ayvpe/
[1] Zie De Volkskrant van 8 december 2025 ‘Voor het eerst fors minder zzp’ers’ en NU.nl: https://www.nu.nl/economie/6377557/zzpers-blijven-massaal-opdrachten-uitvoeren-ondanks-strengere-controles.html