Liaise Advocaten logo
6 min Leestijd

De beperkte betekenis van het ONB arrest¹ voor de Nederlandse praktijk.

Inleiding

Op 6 maart 2025 heeft het Hof van Justitie arrest gewezen in een zaak over de toelaatbaarheid van een regeling waarbij rechten van een uitvoerend kunstenaar aan een andere partij toekomen. In dit artikel bespreek ik de gevolgen van dit arrest voor de Nederlandse praktijk.

De auteurswet en de wet naburige rechten kennen bepalingen waarbij die rechten niet (of niet volledig) toekomen aan de feitelijke maker, maar aan een andere partij. Dit gebeurt vaak in situaties waarin de wetgever het praktisch of economisch wenselijk vindt dat een andere partij – zoals een werkgever of een filmproducent – de rechten verkrijgt. Dit wordt wel het fictief makerschap genoemd. Een voorbeeld is het auteursrecht van een werkgever: als je in dienst bent bij een werkgever en je regelt niet iets anders in je arbeidsovereenkomst dan komt het auteursrecht op jouw werk toe aan de werkgever (voor zover dat werk onder jouw taken viel, de rechten op een door een banketbakker in loondienst thuis of onder werktijd geschreven gedicht blijven ‘gewoon’ bij deze banketbakker).

Het fictief makerschap staat al langer ter discussie: is het wel eerlijk, heeft de maker wel een keuze, is er wel equality of arms?

Het uitgangspunt van Europese regelgeving over auteurs- en naburige rechten is een zo hoog mogelijke bescherming van de maker en de uitvoerende kunstenaar. Als regelgeving dan bepaalt dat die rechten niet toekomen aan de maker of uitvoerende kunstenaar, doet dat afbreuk aan diens bescherming.

De ONB zaak

Het gaat in de ONB zaak, waar ONB staat voor Orchestre National de Belgique oftewel het Nationaal Orkest van België, over de naburige rechten van de musici die in dienst zijn van het ONB. Tussen 2016 en 2021 hebben de vakbonden van de musici en het ONB onderhandeld over een aan de musici toekomende billijke vergoeding. Partijen kwamen er niet uit en de Belgische Staat stelde vervolgens een Koninklijk Besluit vast waarbij de naburige rechten van de uitvoerende kunstenaar in dienst van het ONB toekwamen aan het ONB tegen in dat besluit vastgestelde vergoedingen. Tegen dit Koninklijk Besluit kwamen de vakbonden in het geweer. De vakbonden voerden onder andere aan dat het Koninklijk Besluit in strijd was met het Unierecht. De Belgische rechter stelde vragen aan het Hof van Justitie van de EU.

De zaak Luksan/Van der Let²

In de zaak Luksan/Van der Let speelde een soortgelijke kwestie. Hier ging het om een Oostenrijkse wettelijke regel op grond waarvan de exploitatierechten op commercieel vervaardigde filmwerken toekwamen aan de filmproducent. Ook was bepaald dat de filmproducent en de auteur ieder recht hebben op de helft van het wettelijke recht op vergoeding van de auteur, voor zover dit voor afstand vatbaar is en de filmproducent met de auteur niets anders is overeengekomen. Deze laatste bepaling ging onder meer over thuiskopievergoedingen.

In de zaak die speelde voor het Hof van Justitie speelde de vraag of de Oostenrijkse regel, waardoor exploitatierechten rechtstreeks toekomen bij de filmproducent, in strijd was met het Unierecht. Ja, oordeelde het Hof.

Het Hof oordeelde ook dat een weerlegbaar vermoeden van overdracht van zulke rechten, zoals het Nederlandse artikel 45d Auteurswet, wel in overeenstemming is met het Unierecht.

Het oordeel in de ONB zaak.

Het Hof oordeelde, mijns inziens niet onverwacht gelet op Luksan/Van der Let, dat EU regelgeving zich verzet tegen een regel waarbij uitsluitende rechten zoals de naburige rechten van uitvoerende kunstenaars bij ‘regelgeving’ worden overgedragen zonder de voorafgaande toestemming van de rechthebbenden. Het Hof kwam tot deze conclusie op grond van de volgende overwegingen:

(A) de overdracht van naburige rechten van uitvoerende kunstenaars wordt geregeld door de bepalingen van de richtlijnen 2001/29 en 2006/115: deze bepalingen verzetten zich ertegen dat de verleende exclusieve rechten zonder voorafgaande toestemming van de rechthebbenden worden overgedragen bij regelgeving, tenzij die richtlijnen voorzien in een beperking waaronder zo een overdracht valt;

(B) het oordeel onder (A) vindt steun in de internationale context van de bescherming van uitvoerende kunstenaars:

(i) er kan wat de bescherming van uitvoerende kunstenaars betreft slecht in dwanglicenties worden voorzien voor zover zulke dwanglicenties verenigbaar zijn met het Verdrag van Rome³ en het Verdrag van Rome staat een algemene verplichte overdracht van alle naburige rechten van een categorie uitvoerende kunstenaars niet toe;

(ii) ook de bepalingen van het WPPT⁴ staan een algemene verplichte overdracht van alle naburige rechten van een categorie uitvoerende kunstenaars niet toe;

(iii) rekening moet worden gehouden met het beginsel van contractuele vrijheid en een billijk evenwicht tussen rechten en belangen: daaraan wordt niet voldaan wanneer rechten zonder toestemming worden overgedragen;

(C) de uitleg onder (A) vindt steun in de doelstellingen van de richtlijnen die beogen immers een hoog niveau van bescherming van de rechten van de uitvoerende kunstenaars te verzekeren en hun een passend inkomen te waarborgen.

De redenering en argumentatie van het Hof gaan mutatis mutandis ook op voor uitsluitende rechten als auteursrechten (voor zover dat al niet zou volgen uit Luksan/Van der Let).

Betekenis voor de Nederlandse praktijk

De Nederlandse regelgeving die ziet op fictief makerschap bestaat uit de artikelen 7 en 8 Auteurswet en artikel 3 Wet Naburige Rechten⁵.

Artikel 7 Aw ziet op het werkgeversauteursrecht. Als een (auteursrechtelijk relevant) werk wordt gemaakt in dienst van een ander, wordt de werkgever aangemerkt als maker, tenzij partijen anders overeenkomen. Artikel 7 Aw wijst de werkgever dan ook niet zonder meer aan als de rechthebbende, maar partijen kunnen anders overeenkomen. Artikel 7 Aw is dan ook niet in strijd met het Unierecht.

Artikel 3 WNR bevat een regeling voor uitvoerende kunstenaars in dienstverband. Deze bepaling behelst een regeling voor de uitoefening van de naburige rechten en legt de rechten zelf niet bij de werkgever. De werkgever is bevoegd de rechten van de uitvoerend kunstenaar uit te oefenen voor zover dit tussen partijen is overeengekomen, dan wel uit de aard van de gesloten arbeidsovereenkomst, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeit.

Voorop staat dat de rechten aan de uitvoerende kunstenaar verblijven en dat de werkgever die slechts kan uitoefenen op basis van een contractuele regeling. Deze bepaling zal niet in strijd zijn met het Unierecht.

Anders ligt het misschien voor de regeling dat die uitoefening van de rechten ook bij de werkgever kan liggen op grond van de aard van de overeenkomst, de gewoonte of de redelijkheid en billijkheid. Anderzijds liggen gewoonte en redelijkheid en billijkheid aan de basis van het Nederlandse verbintenissenrecht (zie de artikelen 6:2 BW, 6:248 BW en 6:258 BW).

Het arrest heeft wel betekenis voor artikel 8 Aw. Dit artikel bepaalt dat de openbare instelling, personenvennootschap of rechtspersoon die een (auteursrechtelijk relevant) werk openbaar maakt zonder vermelding van een natuurlijk persoon als maker, als de maker van het openbaar gemaakte werk wordt aangemerkt. Daar staat geen tegenbewijs tegen open (de “tenzij” formule in het artikel ziet op de openbaarmaking ‘onder de bedoelde omstandigheden’). Deze bepaling moet toch echt – ongetwijfeld tot groot genoegen van velen – als in strijd met het Unierecht worden geoordeeld. De arresten Luksan/Van der Let en ONB laten zeker in samenhang geen ruimte meer voor twijfel.

¹HvJ EU 6 maart 2025, IEF 22588, IEFbe 3886; ECLI:EU:C:2025:141 (Musici tegen de Belgische Staat)
²HvJ EU 9 februari 2012, ECLI:EU:C:2012:65 (Luksan/ Van der Let)
³Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroepen van 26 oktober 1961
⁴WIPO-verdrag inzake uitvoeringen en fonogrammen van 20 december 1996
⁵Artikel 6 Aw. bevat ook een regel van ‘fictief makerschap’ maar dit artikel speelt in de praktijk een zo geringe rol, dat die regel hier verder buiten beschouwing blijft. Gelet op het betoog in dit artikel, zal artikel 6 Aw. in strijd zijn met het Unierecht.

Hulp nodig? Praat met een van onze experts

  • Alexandra Iedema
  • David Allick
  • Merel Teunissen
  • Jaap Versteeg
  • Roland Wigman
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.

Binnen 1 werkdag antwoord

Neem contact op met een van onze advocaten

  • Alexandra Iedema
  • Merel Teunissen
  • Jaap Versteeg
  • Roland Wigman
  • David Allick

Ik zoek een advocaat voor:

Hoe wil je dat we contact opnemen?

Vul het formulier in en verzend. Bedankt.

Onze advocaten

Onze counsels

  • Merel Teunissen

    Advocaat Liaise Advocaten

    Merel werkt voor cliënten in de cultuur, tech industrie, groot mkb en de mediabranche (met name de film- en televisie). Merel adviseert en procedeert op het gebied van mediarecht, filmrecht, privacyrecht, contractenrecht en intellectueel eigendomsrecht.

    Als advocaat is Merel pragmatisch, betrokken en duidelijk. Merel is een waardevolle sparringpartner voor haar cliënten. Ze denkt juridisch én commercieel strategisch met haar cliënten mee en wijst ze op aandachtspunten voordat er problemen ontstaan. Met veel van haar cliënten werkt ze al jaren samen.

    Nevenactiviteiten
    Naast haar werk als advocaat doceert Merel rechten aan de Nederlandse Amsterdamse Filmacademie en de DAS Graduate School. Merel zit in het bestuur van de Vereniging voor Kunst, Cultuur en Recht en Museum Perron Oost en is lid van de Vereniging voor Auteursrecht, de Vereniging voor Media en Communicatierecht en de Nederlandse Vereniging voor AI- en Robotrecht. Daarnaast wordt Merel regelmatig uitgenodigd als spreker bij uiteenlopende events. Merel geeft ook mediasessies samen met Myrthe van Pelt van agentschap MVP Management, meer informatie over de mediasessies vind je hier.

    Een greep uit Merels recente werkzaamheden

    • Juridische begeleiding van filmproducenten en creatieve producenten bij nationale & internationale (co-)producties - waaronder financieringen, beoordeling van scripts en opinies ten behoeve van de E&O verzekering;
    • Juridische begeleiding van verschillende aanbieders van apps;
    • Begeleiden van en voorkomen van juridische procedures bij onterechte claims binnen het auteursrecht;
    • Procedures tegen verschillende omroepen namens slachtoffers van onrechtmatige perspublicaties.

     

    Liaise Advocaten - Merel Teunissen

  • Alexandra Iedema

    Advocaat Liaise Advocaten

    Alexandra adviseert en procedeert voor cliënten in de cultuur-, muziek- en creatieve sector. Ze werkt onder meer voor artiesten, creatieve professionals, producenten en ondernemers binnen deze branches.

    Haar praktijk richt zich op het beschermen en exploiteren van intellectuele eigendomsrechten – zoals auteursrechten, muziekrechten, merken en modellen – en op het opstellen en beoordelen van contracten en arbeidsrechtelijke kwesties.

    Haar aanpak is erop gericht cliënten echt verder te helpen met adviezen die bruikbaar zijn, goed doordacht en juridisch solide. Daarbij vindt ze het minstens zo belangrijk dat je snapt wat er speelt, welke keuzes je hebt, en wat daarvan de gevolgen zijn.

    Alexandra heeft oog voor nuance, zonder de hoofdlijn uit het oog te verliezen. Ze is altijd op zoek naar hoe iets wél kan. Ze ziet snel waar het wringt, en net zo snel wat er nodig is om verder te kunnen.

    Wat daar juridisch bij komt kijken, is zelden zwart-wit. Het is balanceren tussen bescherming en ruimte, tussen slimme afspraken en werkbare oplossingen. En soms is het gewoon nodig om je positie te verdedigen, scherp en met overtuiging.

    Nevenactiviteiten

    Alexandra doceert het vak recht aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, bij de Opleiding Productie Podiumkunsten. Verder zit Alexandra in het bestuur van de stichting Stories On Sound en de stichting Buysse & Joosten, is zij kascommissielid van de Vereniging voor Kunst Cultuur Recht en is zij lid van de Vereniging voor Auteursrecht en Young Stedelijk.

    Een greep uit Alexandra’s recente werkzaamheden

    • Opstellen van overeenkomsten in de muziekindustrie, zoals uitgaveovereenkomsten, artiestenovereenkomsten en managementovereenkomsten.

    • Begeleiding van ontslag en reorganisaties in arbeidszaken.

    • Begeleiding bij het veiligstellen van auteursrechten en/of naburige rechten bij inbreuk.

    • Begeleiding bij het bepalen van de rechtspositie bij mogelijke inbreuk op auteursrechten en/of naburige rechten.

    • Opstellen van opdrachtovereenkomsten voor films, theater, televisieproducties en ontwerpen.

    • De rechtspositie bepalen van uitgevers, producers, artiesten, componisten, tekstschrijvers op muziekwerken.

    • Beoordeling van modelrechtinbreuk en een sommatiebrief opstellen.

    • Beoordeling van handelsnaaminbreuk en een sommatiebrief opstellen.

       

    Alexandra Iedema aan het werk

  • Jaap Versteeg

    Advocaat Liaise Advocaten

    Jaap werkt veel voor cliënten in de creatieve industrie (waaronder muziek, televisie/streaming/film, evenementen, theater en kunst). Hij adviseert en procedeert op het gebied van IE-rechten, onrechtmatige perspublicaties, contractenrecht en arbeidsrecht.

    Als advocaat is Jaap helder en betrokken. Hij werkt voor ondernemingen en (culturele) instellingen. Ook begeleidt Jaap mediatalent, waaronder presentatoren, musici, schrijvers, componisten en andere creatieve persoonlijkheden. Hij staat vele van hen al jaren bij in contractonderhandelingen. Hij denkt zowel commercieel, strategisch als juridisch met zijn cliënten mee. Jaap kan als geen ander complexe situaties helder analyseren.

    Nevenactiviteiten

    Jaap is lid van de Vereniging voor Auteursrecht, de Vereniging voor Media- en Communicatierecht en de Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht.

    Een greep uit Jaaps recente werkzaamheden:

    • Begeleiden van transacties, de koop en verkoop van muziekuitgaverechten, in de muziekindustrie, en het voeren van procedures daarover.

    • Begeleiden van overeenkomsten van bruikleen tussen musea en kunstcollecties; het procederen over kunstwerken.

    • Adviseren bij het tot stand komen van overeenkomsten in de creatieve industrie (waaronder muziek, televisie/streaming/film, evenementen en theater) en het procederen daarover.

    • Begeleiden van reorganisaties en andere arbeidsrechtelijke issues.

    • Adviseren en procederen over onrechtmatige publicaties, waarbij zowel particulieren, bedrijven als instellingen betrokken zijn.

    • Het adviseren en procederen over geschillen met betrekking tot auteursrecht, merkenrecht en handelsnaamrecht.

       

    Jaap Versteeg van Liaise advocaten

  • Roland Wigman

    Advocaat Liaise Advocaten

    Roland weet alles van filmrecht en filmauteursrecht. Na een korte carrière als filmproducent staat hij al ruim 33 jaar filmproducenten, filmfinanciers, filmdistributeurs en makers bij. Zowel nationaal als internationaal.

    Als advocaat kent Roland het hele juridische- en financiële speelveld dat bij een filmproductie speelt op zijn duimpje. Deze brede juridische kennis vertaalt hij naar pragmatisch en duidelijk advies. Roland is een waardevolle sparringpartner voor zijn cliënten. Met vrijwel al zijn cliënten werkt Roland al jaren samen.

    Nevenactiviteiten

    Naast zijn werk als advocaat doceert Roland rechten aan de Nederlandse Amsterdamse Filmacademie en filmrecht aan de Mr. S.K. Martens Academie de specialisatieopleiding voor ervaren juristen. Daarnaast wordt Roland regelmatig uitgenodigd als spreker bij uiteenlopende events op het gebied van filmrecht. Roland is auteur van de boeken ‘Film voor de rechter’ en ‘Boek voor de rechter’ en co-auteur van ‘Transparantie over exploitatiecontracten'.

    Een greep uit Rolands recente werkzaamheden

    • Juridische begeleiding van filmproducenten bij nationale & internationale (co-)producties - waaronder financieringen, coproductiecontracten, verkrijging van rechten, beoordeling van scripts en opinies ten behoeve van de E&O verzekering;
    • Advisering omtrent alle facetten van het auteursrecht in nationale en internationale context en het begeleiden bij en voorkomen, dan wel zo nodig voeren, van juridische procedures bij al dan niet terechte claims met betrekking tot het auteursrecht.

     

    Roland Wigman - advocaat

  • David Allick

    Advocaat Liaise Advocaten

    David is als advocaat gespecialiseerd op het gebied van vastgoed. David adviseert en procedeert voor ontwikkelaar, beleggers, verhuurders/huurders, makelaars en beheerders. Ook in het ondernemingsrecht is hij thuis.

    Hij helpt zijn cliënten met huurrecht en andere vastgoed gerelateerde rechtsgebieden en ondernemingsrecht. Zijn ruime ervaring en brede oriëntatie, gecombineerd met zijn originele geest, geven hem het vertrouwen waar nodig de gebaande paden te verlaten.

    Hij grijpt hard in als dat moet maar zoekt geen ruzie. Hij is in staat plooien glad te strijken en de deal zonder ongelukken te laten landen. En daarbij drukt hij zich helder en ongecompliceerd uit.

    David Allick - advocaat

  • Jetse Sprey

    Legal counsel Liaise Advocaten

    Jetse was jarenlang advocaat en is nu legal counsel, en werkt als zodanig in voorkomende gevallen als adviseur samen met kantoor.

    Hij vindt oplossingen in plaats van problemen en is telkens weer in staat om impasses te doorbreken. Hij zegt wat hij ergens van vindt en niet wat hij denkt dat zijn cliënten willen horen. Hij schrijft scherpe contracten die goed te lezen zijn. Hij heeft veel ervaring met Blockchain en onderneemt daar zelf in. Hij schrijft adviezen die overtuigen. Hij weet veel van intellectueel eigendom, privacy en ondernemingsrecht.

  • Wendela Bierman

    Interim Legal counsel Liaise Advocaten

    Wendela werkt als Interim Legal counsel.

    Wendela heeft van 2004 tot 2014 als advocaat gewerkt bij ons kantoor en heeft daarna bedrijfservaring opgedaan bij onder meer The Walt Disney Company en muziekrechtorganisaties.

    Weer terug bij Liaise advocaten adviseert zij cliënten uit de creatieve industrie (film, muziek, media en cultuur) met name op het gebied van IE-rechten, filmrecht, muziekrecht, mediarecht, ondernemingsrecht en onrechtmatige publicaties.