Liaise Advocaten logo
7 min Leestijd

Aanpassingen auteurscontractenrecht: wat wijzigt er voor filmproducenten?

In 2019 is de EU Richtlijn inzake auteursrecht in de digitale eengemaakte markt aangenomen (DSM-richtlijn). De implementatiewet die deze richtlijn omzet naar Nederlands recht, is sinds 7 juni dit jaar van kracht. De regels zijn bedoeld om het auteursrecht te moderniseren en meer rekening te houden met een steeds digitalere samenleving. Ook moet het de positie van makers versterken. De implementatie heeft onder andere gevolgen voor de wet Auteurscontractenrecht (ACR), maar ook op de regelingen over filmwerken in de Auteurswet. Omdat je hier als filmproducent mee te maken krijgt, is het verstandig om kennis te nemen van de veranderingen. We zetten de drie belangrijkste wijzigingen op een rijtje.

Billijke Vergoeding

Sinds het invoeren van de wet ACR in 2015 bevat het Nederlandse auteursrecht in art. 25c lid 1 het recht van een maker op een billijke vergoeding voor verlening van exploitatiebevoegdheid. In het geval van films is dat net anders geregeld: indien niet anders overeengekomen, worden de makers geacht hun exploitatierechten (het openbaar maken van de film, het verhuren, reproduceren, etc.) aan de producent te hebben overgedragen. Daardoor is het auteurscontractenrecht, dat op overeenkomsten tot exploitatie ziet, in beginsel niet van toepassing. Maar artikel 45d lid 1 Aw, dat dit vermoeden van overdracht regelt,  bepaalt voorts dat de producent voor de overdracht van rechten - ongeacht de wijze van overdracht (dus of het nu op grond van de wet is, of op grond van een overeenkomst) een billijke vergoeding verschuldigd is. (Overigens geldt dit vermoeden van overdracht niet voor de componist (en tekstdichter) van de filmmuziek.)

In het geval van filmwerken hebben de (film)makers er nog een aanspraak op een vergoeding bijgekregen. Op grond van art. 45d lid 2 Aw hebben de makers van een film recht op een proportionele, billijke vergoeding van degene die het filmwerk openbaar maakt middels uitzending[1]. Van deze vergoeding kan geen afstand worden gedaan. Dit geldt vanaf heden voor alle makers, voor 7 juni jl. gold het alleen voor de scenarioschrijvers, hoofdrolspelers en regisseurs.

Als alle makers recht hebben op de vergoeding, is het natuurlijk belangrijk om vast te stellen wie die makers dan precies zijn. Dat zal per film verschillen. Er kunnen er tientallen makers zijn of zelfs maar één (een voorbeeld is de nieuwe Netflix-special van Bo Burnham, Inside, die door hem is geschreven, geacteerd, geregisseerd, gefilmd, bewerkt, belicht en waarvoor hij de muziek heeft geschreven, gespeeld en gezongen). De wet biedt geen lijst met specifieke rollen die als maker worden aangemerkt. Om te bepalen wie de makers zijn is relevant of iemand een bijdrage van scheppend karakter aan het ontstaan van de film heeft geleverd. Alleen in geval van zo een bijdrage spreken we van een maker. Dat kan onder andere een cameraman zijn, een decorontwerper, de editor en natuurlijk de regisseur en de scenarist. De mate van creatieve bijdrage is niet belangrijk voor de hoedanigheid van maker, wel kan het belangrijk zijn voor de verdeling van de vergoeding. Dat is echter niet aan de producent of de betalende omroep, maar aan de collectieve beheersorganisatie.

Bestsellers

Als onderdeel van het auteurscontractenrecht  gold in Nederland al art. 25d, de bestsellerbepaling. Ook voor filmwerken, middels art. 45 lid 7 Aw. Dit artikel bepaalt dat wanneer de opbrengst van een werk niet in verhouding staat tot de vergoeding die een maker heeft gekregen, gelet op de wederzijdse prestaties, deze recht heeft op een aanvullende billijke vergoeding. Kort gezegd, als een werk een groot succes is, heb je kans dat de makers recht hebben op meer geld dan aanvankelijk afgesproken.

In deze bepaling zijn twee dingen veranderd. Ten eerste is de aanvankelijk vereiste ‘ernstige onevenredigheid’ (tussen betaalde vergoeding en gerealiseerde opbrengsten) vervangen door ‘onevenredigheid’. Wat dat precies betekent in de praktijk, moet nog blijken. Het zou kunnen dat de drempel gewoon verlaagd is, maar het kan ook zijn dat dit een meer ingrijpende verandering inhoudt. Wat je als producent dus vooral moet weten, is dat het mogelijk is dat het aangepaste wetsartikel meer ruimte creëert voor bestseller-claims.

Een grotere wijziging is het nieuwe tweede lid. Deze luidt: “Indien de onevenredigheid tussen de vergoeding van de maker en de opbrengst van de exploitatie van het werk is ontstaan nadat het auteursrecht door de wederpartij van de maker aan een derde is overgedragen, kan de maker de vordering als bedoeld in het eerste lid tegen de derde instellen.” Dat betekent dat een bestseller-claim nu dus ook rechtstreeks bij bijvoorbeeld (sub-)licentienemers kan belanden. Voor zover de extra opbrengsten ook aan die betreffende derden toekomen. Goed nieuws voor de producent, dat houdt namelijk in dat de claim terecht komt bij degene die de daadwerkelijke onevenredige winst heeft gemaakt en niet zonder meer bij de producent. Wel zo eerlijk.

Transparantieplicht

Een andere belangrijke wijziging treedt pas volgend jaar in werking, vanaf 7 juni 2022. Het gaat om de transparantieplicht, vastgelegd in het nieuwe art. 25ca Aw. Van deze plicht bestond nog geen variant in het Nederlandse auteursrecht en het houdt in dat exploitanten, vanaf volgend jaar verplicht zijn om jaarlijks actuele, relevante en volledige informatie te verstrekken aan de makers over de exploitatie van hun werken. Opmerkelijk is dat het nieuwe art. 25ca Aw. niet is opgenomen in art. 45d als zijnde van overeenkomstige toepassing op het wettelijk vermoeden van overdracht voor filmwerken. Ook is er geen nieuw artikel toegevoegd aan de bijzondere bepalingen voor filmwerken. Daardoor lijkt het alsof de transparantieplicht niet geldt voor de exploitanten van filmwerken, aangezien het in het geval van het wettelijk vermoeden geen reguliere exploitatieovereenkomst betreft. Waarschijnlijk is deze toevoeging vergeten en komt dit nog, want de DSM-richtlijn die met de wetswijzigingen wordt geïmplementeerd geldt wel degelijk ook voor filmwerken.

Dat zou betekenen dat je als producent jaarlijks een soort jaarverslag aan de makers moet verschaffen. Dat geldt vanaf volgend jaar voor alle op dat moment bestaande contracten. Dat is vrij ingrijpend voor jou als producent en al treedt de wet pas volgend jaar in werking, is het verstandig om vast te beginnen aan het administratieve werk wat hiermee gepaard gaat. Het geldt namelijk voor alle makers, niet alleen voor diegenen met wie je een winstdeling afspraak hebt gemaakt.  Op deze manier is ook de weg naar een bestseller-claim vergemakkelijkt voor de maker: wanneer zij jaarlijks een rapport verkrijgen over opbrengsten en exploitatie, hebben ze beter inzicht in of de betaalde vergoeding nog in verhouding staat tot de opbrengsten van de film.

Ook in dit geval is er een rechtstreekse claim mogelijk naar (sub-)licentienemers. De transparantieplicht gaat namelijk niet alleen over de exploitatie van de producent, maar ook van zulke (sub-)licentienemers. In beginsel rust de verantwoordingsplicht op de producent, ook wanneer het gaat om de exploitatie van licentienemers, maar indien hij dat niet kan, bijvoorbeeld vanwege een gebrek aan informatie, kan de maker een directe aanspraak doen op de licentienemers.

Er zijn twee verzachtende bepalingen opgenomen. De eerste is dat de informatieplicht niet geldt indien het aandeel van de maker niet significant was voor de totstandkoming van het werk. Ook dit zal per film verschillen en zal in de praktijk waarschijnlijk door de rechtspraak moeten worden ingevuld. Op deze uitzondering geldt wel een uitzondering: wanneer zo’n maker de informatie nodig heeft om een beroep te doen op de bestsellerbepaling, bestaat de transparantieplicht wél. (Daaruit kan je weer concluderen dat de maker van een niet significante bijdrage wél een beroep kan doen op de bestsellerbepaling!)

De tweede is opgenomen in art. 25ca lid 4, namelijk: ‘Indien de administratieve lasten van het verstrekken van de informatie gelet op de exploitatie-inkomsten van het werk aantoonbaar onevenredig zouden zijn, is de informatieplicht beperkt tot de onder de omstandigheden redelijkerwijs te verwachten informatie’. Aangezien de bepaling nog nieuw is, moet nog uit rechtspraak blijken wat hier concrete handvatten zijn. Tot die tijd biedt het weinig zekerheid.

Conclusie

Op meerdere vlakken is het auteurscontractenrecht verbreed waar het gaat om films. De belangrijkste wijzigingen zijn dat vanaf nu alle makers recht hebben op een billijke vergoeding, dat bestsellerbepalingen wellicht toegankelijker worden en dat ze ook kunnen worden gelegd bij (sub)licentienemers indien zij de onevenredige winst hebben genoten en tot slot dat er vanaf volgend jaar een transparantieplicht bestaat voor exploitanten jegens alle makers.

Hoe dat in de praktijk juridisch gaat worden beoordeeld (hoe streng is de transparantieplicht, wat houdt ‘onevenredigheid’ in als het gaat om de bestsellerbepaling, etc.) is nog onduidelijk. In ieder geval doe je er als producent goed aan om nu alvast de administratie op orde te krijgen.


[1] Er wordt in het artikel nog onderscheid gemaakt tussen diverse vormen van uitzending, die weer zijn uitgewerkt in artikel 12 Aw.

In samenwerking met Saar Hoek

Hulp nodig? Praat met een van onze experts

  • Alexandra Iedema
  • David Allick
  • Merel Teunissen
  • Jaap Versteeg
  • Roland Wigman
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.

Binnen 1 werkdag antwoord

Neem contact op met een van onze advocaten

  • Alexandra Iedema
  • Merel Teunissen
  • Jaap Versteeg
  • Roland Wigman
  • David Allick

Ik zoek een advocaat voor:

Hoe wil je dat we contact opnemen?

Vul het formulier in en verzend. Bedankt.

Onze advocaten

Onze counsels

  • Merel Teunissen

    Advocaat Liaise Advocaten

    Merel werkt voor cliënten in de cultuur, tech industrie, groot mkb en de mediabranche (met name de film- en televisie). Merel adviseert en procedeert op het gebied van mediarecht, filmrecht, privacyrecht, contractenrecht en intellectueel eigendomsrecht.

    Als advocaat is Merel pragmatisch, betrokken en duidelijk. Merel is een waardevolle sparringpartner voor haar cliënten. Ze denkt juridisch én commercieel strategisch met haar cliënten mee en wijst ze op aandachtspunten voordat er problemen ontstaan. Met veel van haar cliënten werkt ze al jaren samen.

    Nevenactiviteiten
    Naast haar werk als advocaat doceert Merel rechten aan de Nederlandse Amsterdamse Filmacademie en de DAS Graduate School. Merel zit in het bestuur van de Vereniging voor Kunst, Cultuur en Recht en Museum Perron Oost en is lid van de Vereniging voor Auteursrecht, de Vereniging voor Media en Communicatierecht en de Nederlandse Vereniging voor AI- en Robotrecht. Daarnaast wordt Merel regelmatig uitgenodigd als spreker bij uiteenlopende events. Merel geeft ook mediasessies samen met Myrthe van Pelt van agentschap MVP Management, meer informatie over de mediasessies vind je hier.

    Een greep uit Merels recente werkzaamheden

    • Juridische begeleiding van filmproducenten en creatieve producenten bij nationale & internationale (co-)producties - waaronder financieringen, beoordeling van scripts en opinies ten behoeve van de E&O verzekering;
    • Juridische begeleiding van verschillende aanbieders van apps;
    • Begeleiden van en voorkomen van juridische procedures bij onterechte claims binnen het auteursrecht;
    • Procedures tegen verschillende omroepen namens slachtoffers van onrechtmatige perspublicaties.

     

    Liaise Advocaten - Merel Teunissen

  • Alexandra Iedema

    Advocaat Liaise Advocaten

    Alexandra adviseert en procedeert voor cliënten in de cultuur-, muziek- en creatieve sector. Ze werkt onder meer voor artiesten, creatieve professionals, producenten en ondernemers binnen deze branches.

    Haar praktijk richt zich op het beschermen en exploiteren van intellectuele eigendomsrechten – zoals auteursrechten, muziekrechten, merken en modellen – en op het opstellen en beoordelen van contracten en arbeidsrechtelijke kwesties.

    Haar aanpak is erop gericht cliënten echt verder te helpen met adviezen die bruikbaar zijn, goed doordacht en juridisch solide. Daarbij vindt ze het minstens zo belangrijk dat je snapt wat er speelt, welke keuzes je hebt, en wat daarvan de gevolgen zijn.

    Alexandra heeft oog voor nuance, zonder de hoofdlijn uit het oog te verliezen. Ze is altijd op zoek naar hoe iets wél kan. Ze ziet snel waar het wringt, en net zo snel wat er nodig is om verder te kunnen.

    Wat daar juridisch bij komt kijken, is zelden zwart-wit. Het is balanceren tussen bescherming en ruimte, tussen slimme afspraken en werkbare oplossingen. En soms is het gewoon nodig om je positie te verdedigen, scherp en met overtuiging.

    Nevenactiviteiten

    Alexandra doceert het vak recht aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, bij de Opleiding Productie Podiumkunsten. Verder zit Alexandra in het bestuur van de stichting Stories On Sound en de stichting Buysse & Joosten, is zij kascommissielid van de Vereniging voor Kunst Cultuur Recht en is zij lid van de Vereniging voor Auteursrecht en Young Stedelijk.

    Een greep uit Alexandra’s recente werkzaamheden

    • Opstellen van overeenkomsten in de muziekindustrie, zoals uitgaveovereenkomsten, artiestenovereenkomsten en managementovereenkomsten.

    • Begeleiding van ontslag en reorganisaties in arbeidszaken.

    • Begeleiding bij het veiligstellen van auteursrechten en/of naburige rechten bij inbreuk.

    • Begeleiding bij het bepalen van de rechtspositie bij mogelijke inbreuk op auteursrechten en/of naburige rechten.

    • Opstellen van opdrachtovereenkomsten voor films, theater, televisieproducties en ontwerpen.

    • De rechtspositie bepalen van uitgevers, producers, artiesten, componisten, tekstschrijvers op muziekwerken.

    • Beoordeling van modelrechtinbreuk en een sommatiebrief opstellen.

    • Beoordeling van handelsnaaminbreuk en een sommatiebrief opstellen.

       

    Alexandra Iedema aan het werk

  • Jaap Versteeg

    Advocaat Liaise Advocaten

    Jaap werkt veel voor cliënten in de creatieve industrie (waaronder muziek, televisie/streaming/film, evenementen, theater en kunst). Hij adviseert en procedeert op het gebied van IE-rechten, onrechtmatige perspublicaties, contractenrecht en arbeidsrecht.

    Als advocaat is Jaap helder en betrokken. Hij werkt voor ondernemingen en (culturele) instellingen. Ook begeleidt Jaap mediatalent, waaronder presentatoren, musici, schrijvers, componisten en andere creatieve persoonlijkheden. Hij staat vele van hen al jaren bij in contractonderhandelingen. Hij denkt zowel commercieel, strategisch als juridisch met zijn cliënten mee. Jaap kan als geen ander complexe situaties helder analyseren.

    Nevenactiviteiten

    Jaap is lid van de Vereniging voor Auteursrecht, de Vereniging voor Media- en Communicatierecht en de Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht.

    Een greep uit Jaaps recente werkzaamheden:

    • Begeleiden van transacties, de koop en verkoop van muziekuitgaverechten, in de muziekindustrie, en het voeren van procedures daarover.

    • Begeleiden van overeenkomsten van bruikleen tussen musea en kunstcollecties; het procederen over kunstwerken.

    • Adviseren bij het tot stand komen van overeenkomsten in de creatieve industrie (waaronder muziek, televisie/streaming/film, evenementen en theater) en het procederen daarover.

    • Begeleiden van reorganisaties en andere arbeidsrechtelijke issues.

    • Adviseren en procederen over onrechtmatige publicaties, waarbij zowel particulieren, bedrijven als instellingen betrokken zijn.

    • Het adviseren en procederen over geschillen met betrekking tot auteursrecht, merkenrecht en handelsnaamrecht.

       

    Jaap Versteeg van Liaise advocaten

  • Roland Wigman

    Advocaat Liaise Advocaten

    Roland weet alles van filmrecht en filmauteursrecht. Na een korte carrière als filmproducent staat hij al ruim 33 jaar filmproducenten, filmfinanciers, filmdistributeurs en makers bij. Zowel nationaal als internationaal.

    Als advocaat kent Roland het hele juridische- en financiële speelveld dat bij een filmproductie speelt op zijn duimpje. Deze brede juridische kennis vertaalt hij naar pragmatisch en duidelijk advies. Roland is een waardevolle sparringpartner voor zijn cliënten. Met vrijwel al zijn cliënten werkt Roland al jaren samen.

    Nevenactiviteiten

    Naast zijn werk als advocaat doceert Roland rechten aan de Nederlandse Amsterdamse Filmacademie en filmrecht aan de Mr. S.K. Martens Academie de specialisatieopleiding voor ervaren juristen. Daarnaast wordt Roland regelmatig uitgenodigd als spreker bij uiteenlopende events op het gebied van filmrecht. Roland is auteur van de boeken ‘Film voor de rechter’ en ‘Boek voor de rechter’ en co-auteur van ‘Transparantie over exploitatiecontracten'.

    Een greep uit Rolands recente werkzaamheden

    • Juridische begeleiding van filmproducenten bij nationale & internationale (co-)producties - waaronder financieringen, coproductiecontracten, verkrijging van rechten, beoordeling van scripts en opinies ten behoeve van de E&O verzekering;
    • Advisering omtrent alle facetten van het auteursrecht in nationale en internationale context en het begeleiden bij en voorkomen, dan wel zo nodig voeren, van juridische procedures bij al dan niet terechte claims met betrekking tot het auteursrecht.

     

    Roland Wigman - advocaat

  • David Allick

    Advocaat Liaise Advocaten

    David is als advocaat gespecialiseerd op het gebied van vastgoed. David adviseert en procedeert voor ontwikkelaar, beleggers, verhuurders/huurders, makelaars en beheerders. Ook in het ondernemingsrecht is hij thuis.

    Hij helpt zijn cliënten met huurrecht en andere vastgoed gerelateerde rechtsgebieden en ondernemingsrecht. Zijn ruime ervaring en brede oriëntatie, gecombineerd met zijn originele geest, geven hem het vertrouwen waar nodig de gebaande paden te verlaten.

    Hij grijpt hard in als dat moet maar zoekt geen ruzie. Hij is in staat plooien glad te strijken en de deal zonder ongelukken te laten landen. En daarbij drukt hij zich helder en ongecompliceerd uit.

    David Allick - advocaat

  • Jetse Sprey

    Legal counsel Liaise Advocaten

    Jetse was jarenlang advocaat en is nu legal counsel, en werkt als zodanig in voorkomende gevallen als adviseur samen met kantoor.

    Hij vindt oplossingen in plaats van problemen en is telkens weer in staat om impasses te doorbreken. Hij zegt wat hij ergens van vindt en niet wat hij denkt dat zijn cliënten willen horen. Hij schrijft scherpe contracten die goed te lezen zijn. Hij heeft veel ervaring met Blockchain en onderneemt daar zelf in. Hij schrijft adviezen die overtuigen. Hij weet veel van intellectueel eigendom, privacy en ondernemingsrecht.

  • Wendela Bierman

    Interim Legal counsel Liaise Advocaten

    Wendela werkt als Interim Legal counsel.

    Wendela heeft van 2004 tot 2014 als advocaat gewerkt bij ons kantoor en heeft daarna bedrijfservaring opgedaan bij onder meer The Walt Disney Company en muziekrechtorganisaties.

    Weer terug bij Liaise advocaten adviseert zij cliënten uit de creatieve industrie (film, muziek, media en cultuur) met name op het gebied van IE-rechten, filmrecht, muziekrecht, mediarecht, ondernemingsrecht en onrechtmatige publicaties.