Liaise Advocaten logo
10 min Leestijd

Een auteursrechtelijke anomalie

Nederland kent twee auteursrechtelijke regimes. Dat leidt tot intrigerende vragen.

Inleiding

Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit Nederland, Aruba, Curaçao en St. Maarten. Aldus artikel 1 van het Statuut voor het Koninkrijk (het Statuut).[1]

Bonaire, St. Eustatius en Saba (BES-eilanden) zijn sinds de opheffing van de Nederlandse Antillen op 10 oktober 2010  onderdeel van Nederland. De Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen[2] zegt het in artikel I lid 2 zo: Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn onderdeel van het staatsbestel van Nederland. Zo stond het eerst ook in het Statuut voor het Koninkrijk. De BES eilanden zijn geen separate staatkundige eenheid.

Indien wetgeving geldt voor het hele koninkrijk wordt gesproken van een Rijkswet, indien wetgeving niet van toepassing is voor Aruba, Curaçao en St. Maarten wordt gesproken van Nederland. Artikel 47 Auteurswet zegt dat de auteurswet van toepassing is op werken uitgegeven in Nederland. Dat artikel is natuurlijk uit 1912 en met Nederland is hier destijds bedoeld: het Europese deel van het Koninkrijk. In die tijd waren er aparte auteursrechtelijke regelingen voor Nederlands Indië, Suriname en de Nederlandse Antillen (toen nog aangeduid als Curaçao).

Maar sinds 2010 is het zo dat voor de staatkundige eenheid Nederland twee auteursrechtelijke regimes gelden: voor een deel van wat sindsdien Nederland is, geldt de Auteurswet  en voor een ander deel van datzelfde Nederland geldt de BES Auteurswet. Op grond van artikel 2 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: IBES), geldt de BES-Auteurswet op de BES-eilanden.

Staatkundig gezien is deze situatie gelijk aan de situatie dat in Amsterdam een ander auteursrechtelijk regime van toepassing zou zijn dan in Rotterdam.

Daargelaten talloos veel kleine(re) verschillen in de twee auteursrechtelijke regimes, is een groot en zoals zal blijken bijzonder belangrijk verschil, het verschil in beschermingsduur. In Nederland geldt een beschermingsduur van zeventig jaar p.m.a., maar volgens de BES Auteurswet is de beschermingsduur vijftig jaar p.m.a. en voor filmwerken zelfs vijftig jaar na eerste openbaarmaking.

Ratio verschil in wetgeving

In Nederland bestaan dus twee auteursrechtelijke regimes: dat kan, naar Nederlands staatsrecht.

Oorspronkelijk was in artikel 1 lid 2 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden het volgende opgenomen:

“Bonaire, Sint Eustatius en Saba maken elk deel uit van het staatsbestel van Nederland. Voor deze eilanden kunnen regels worden gesteld en andere specifieke maatregelen worden getroffen met het oog op de economische en sociale omstandigheden, de grote afstand tot het Europese deel van Nederland, hun insulaire karakter, kleine oppervlakte en bevolkingsomvang, geografische omstandigheden, het klimaat en andere factoren waardoor deze eilanden zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland.”

Sinds 2017 is de rechtvaardiging voor het verschil in wetgeving opgenomen in lid 4 van artikel 132a Grondwet: Voor deze openbare lichamen kunnen regels worden gesteld en andere specifieke maatregelen worden getroffen met het oog op bijzondere omstandigheden waardoor deze openbare lichamen zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland.

Dat lijkt redelijk, zelfs zinvol en niet onlogisch. Maar geen van de genoemde omstandigheden lijkt een (voldoende) rechtvaardiging voor een ander auteursrechtregime en zeker niet voor een kortere beschermingsduur.

In dat verband wijs ik nog op artikel 39 lid 1 van het Statuut: “Het burgerlijk en handelsrecht, de burgerlijke rechtsvordering, het strafrecht, de strafvordering, het auteursrecht [cursivering door schrijver dezes], de industriële eigendom, het notarisambt, zomede bepalingen omtrent maten en gewichten worden in Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten zoveel mogelijk op overeenkomstige wijze geregeld.”[3]

Ik signaleer drie vragen in verband met het bestaan van twee auteursrechtelijke regimes binnen één staat.

Vraag 1: Internationale problematiek

Nederland mag dan – naar eigen staatsrecht – in één land verschillende auteursrechtregimes hebben, maar dit lijkt op gespannen voet te staan met internationale afspraken en meer in het bijzonder met de Berner Conventie.

Nederland is aangesloten bij de Berner Conventie. De BES eilanden zijn geen staatkundige entiteit en zijn als zodanig ook niet apart aangesloten bij de Berner Conventie (dat zou ook niet kunnen).

Nederland heeft bij mededeling van 11 oktober 2010 aan de WIPO (administrateur van onder andere de BC)[4], laten weten dat Nederland vanaf 10 oktober 2010 “consists of four parts: the Netherlands, Aruba, Curaçao and St. Maarten” en “These changes constitute a modification of the internal constitutional relations within the Kingdom of the Netherlands.” De mededeling vermeldt voorts nog dat door de Nederlandse Antillen afgesloten verdragen blijven gelden voor Curaçao en St. Maarten en dat de BES eilanden “will become part of the Netherlands”. Er word nog gerefereerd aan de BES eilanden als “the Caribbean part of the Netherlands”, maar daaraan worden geen consequenties verbonden, anders dan dat door de Nederlandse Antillen afgesloten verdragen ook blijven gelden voor de BES eilanden, als ook dat door Nederland afgesloten verdragen (vermeld op een bijlage) nu ook gelden voor de BES eilanden.

Berner Conventie

De Berner Conventie (BC) heeft het over landen die zijn aangesloten bij de door het verdrag gevormde unie. De landen zijn de leden van de unie en het verdrag, de conventie, spreekt verder alleen over country of countries (in de authentieke Engelse tekst). Op grond van artikel 31 BC kan een land verklaren of mededelen dat de conventie van toepassing is op alle of een gedeelte van de gebieden, aangegeven in de verklaring of kennisgeving, voor de buitenlandse betrekkingen waarvan dat land verantwoordelijk is.

Volgens de toelichting bij Nederland in de lijst van aangesloten landen[5] behoren Bonaire, St. Eustatius en Saba tot het Kingdom of the Netherlands in Europe.[6]

Het hoeft nu geen verder betoog dat de verwijzing naar wetgeving in een land tot problemen gaat leiden als dat land twee (materieel) verschillende wetgevingen heeft.

Casus

Boeken van Nederlandse schrijvers, maar ook Nederlandse films worden (nagenoeg) gelijktijdig uitgebracht in Nederland en België (Vlaanderen).

Neem de speelfilm Gooische Vrouwen, deze werd op 10 maart 2011 uitgebracht in Nederland en op 16 maart 2011 in België.

Nu bepaalt artikel 7 lid 8 van de BC dat de beschermingsduur van een werk wordt bepaald door het land waar de bescherming wordt ingeroepen, maar ook dat die duur niet de bescherming in het land van oorsprong overschrijdt.

Als een werk gelijktijdig (i.e. in twee bij de BC aangesloten landen binnen 30 dagen) wordt uitgegeven, dan geldt het land met de kortste beschermingsduur als het land van oorsprong, aldus artikel 5 lid 4 onder (a) BC.

Nederland en België zijn beide aangesloten bij de BC  en kennen beide een beschermingsduur van zeventig jaar p.m.a.[7], maar Nederland kent óók een bescherming van films tot vijftig jaar na eerste openbaarmaking, namelijk de in (delen van) Nederland geldende BES Auteurswet.

De BC kiest heel nadrukkelijk voor het land met de kortste beschermingsduur.  Als dan één land, lid van de unie, twee verschillende beschermingstermijnen kent  – in lijn met de eigen wetgeving -[8], dan is het in lijn met de ratio van de BC om, indien de BC moet worden toegepast, de kortste termijn van toepassing te achten.

De film Gooische Vrouwen zou dan slechts beschermd zijn tot 1 januari 2062.

Voor boeken is dit principe niet anders. Een Nederlands boek dat gelijktijdig (in de zin van de BC) in Nederland en België wordt uitgegeven, heeft een beschermingsduur van vijftig jaar p.m.a. (althans volgens de BES Auteurswet).

Maar van artikel 7 lid 8 BC mag worden afgeweken. Dat doet Nederland dan ook: artikel 42 Auteurswet - dat bepaalt dat de in Nederland in te roepen beschermingsduur niet die van het land van oorsprong overschrijdt - geldt niet voor onderdanen van de EU en de EER.

Gelukkig, Gooische Vrouwen is onverminderd beschermd: tot zeventig jaar na de dood van de langstlevende van regisseur, scenarioschrijver, dialogenschrijver en componist filmmuziek.

Maar het bovenstaande geldt wél voor een film zoals Tenet: dat is geen film waarop de beperking van de tweede volzin van art. 42 Auteurswet van toepassing is. Tenet is in Nederland en elders op 26 augustus 2020 uitgebracht en in andere landen kort daarna, zoals in de Verenigde Staten op 3 september 2020.  Tenet is in Nederland – en binnen de gehele unie – dan niet meer beschermd na 1 januari 2071.

Vraag 2: toepasselijkheid van de BES Auteurswet

Artikel 45 van de BES Auteurswet luidt: Deze wet is van toepassing op alle werken van letterkunde, wetenschap of kunst, welke hetzij vóór, hetzij na haar in werking treden voor de eerste maal door of vanwege den maker zijn uitgegeven in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Maar een werk dat is uitgegeven in Amsterdam wordt geacht te zijn uitgegeven in Nederland en Nederland omvat Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Is dan de BES Auteurswet van toepassing op ieder in Nederland uitgegeven werk? Je zou denken van wel. Maar de Auteurswet is van toepassing op in Nederland uitgegeven werken, en daarmee dan dus ook op werken uitgegeven in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Want die behoren tot Nederland, toch?

Vraag 3: is er geen sprake van discriminatie? [9]

Op 10 oktober 2010 is de Grondwet in haar geheel van toepassing geworden op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dat geldt ook voor het in artikel 1 van de Grondwet opgenomen  gelijkheidsbeginsel en het daaraan verwante discriminatieverbod: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

De keerzijde van het gelijkheidsbeginsel is dat ongelijke gevallen ongelijk – naar de mate van het verschil – dienen te worden behandeld. Volgens de Raad van State kan dit onder omstandigheden betekenen dat “indien de situaties in het Europese deel van Nederland en op de eilanden wezenlijk verschillend zijn, gelijke behandeling van die situaties in strijd is met artikel 1 Grondwet”. De Raad van State verwijst daarbij naar jurisprudentie van het EHRM inzake artikel 14 EVRM.[10]

Nederland wilde het bestuursapparaat van de drie eilanden na de wijziging van het Statuut en daarmee hun status niet te veel belasten. De regering sprak van ‘legislatieve terughoudendheid’ en ‘legislatieve rust’.  Die rust zou vijf jaar (en dus tot 2015) duren.

Ook hier geldt dat de intenties begrijpelijk, zinvol en redelijk zijn. Maar waarom zou een dichter die toevallig zijn gedicht voor het eerst publiceert in Saba anders worden behandeld dan de dichter die zijn gedicht voor het eerst publiceert in Rotterdam? Het verschil in behandeling is aanzienlijk en wordt niet gerechtvaardigd door bevolkingsomvang, afstand of wat dan ook.[11]

De Nederlandse overheid discrimineert dan ook een deel van haar onderdanen louter en alleen op geografische gronden zonder rechtvaardiging.

Conclusie

Waarom zijn er in hemelsnaam twee verschillende auteursrechtelijke regimes binnen Nederland? Er zijn geen feiten of omstandigheden die dat kunnen rechtvaardigen.  Wetgever: schaf de BES Auteurswet af! Dat leidt echt niet tot last voor het bestuursapparaat op de BES eilanden.


[1] tekst geldend sinds 17 november 2017

[2] Rijkswet van 7 september 2010 tot wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen

[3] Volgens mij is daar overigens nog geen sprake van en gelden in de betreffende landen (Aruba (Auteursverordening 2003), Curaçao (Auteursverordening 1913) en St. Maarten (Auteursverordening))regelingen gebaseerd op de oude auteursrechtelijke regeling van de Nederlandse Antillen.

[4] De betreffende mededeling wordt vermeld als gezocht wordt op mededelingen onder de Convention relating to the Status Of Stateless Persons; een gelijksoortige mededeling, maar dan kennelijk gedateerd 30 september 2010, wordt vermeld onder de Hague Agreement Concerning the International Registration of Industrial Designs. Indien alleen op de Berner Conventie wordt gezocht wordt geen mededeling of vermelding gevonden.

[5] Zie https://www.wipo.int/treaties/en/ip/berne/ en klik vervolgens op de PDF ‘Contracting Parties’

[6] En volgens Berne Notification 113 zijn de artikelen 1 tot en met 21 van de BC (Akte van Parijs) van toepassing op The Kingdom of the Netherlands (in Europe). Voor Aruba, Curaçao en St. Maarten geldt nog de Akte van Rome (1928).

[7] Voor films beperkt tot 70 jaar p.m.a van de langstlevende van regisseur, scenarioschrijver, dialogenschrijver en componist filmmuziek (art. 40 Aw.), voor België geldt volgens mij een identieke regeling

[8] Het is niet gezegd dat dat in strijd is met de BC.

[9] Voor deze paragraaf is onder andere geput uit het rapport Vijf jaar Caribisch Nederland, De werking van wetgeving, Pro Facto, Groningen, augustus 2015.

[10] Hier ben ik verder niet ingedoken, het gaat het bestek van dit artikel te buiten.

[11] Er zijn een aantal rechtszaken gevoerd die juist deze problematiek als onderwerp van geschil hadden, zie: H.G. Hoogers, Commentaar op artikel 154 Grondwet, in: E.M.H. Hirsch Ballin en G. Leenkneght (red.), Artikelsgewijs commentaar op de Grondwet, webeditie 2020 (www.nederlandrechtsstaat.nl).

Hulp nodig? Praat met een van onze experts

  • Alexandra Iedema
  • David Allick
  • Merel Teunissen
  • Jaap Versteeg
  • Roland Wigman
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.

Binnen 1 werkdag antwoord

Neem contact op met een van onze advocaten

  • Alexandra Iedema
  • Merel Teunissen
  • Jaap Versteeg
  • Roland Wigman
  • David Allick

Ik zoek een advocaat voor:

Hoe wil je dat we contact opnemen?

Vul het formulier in en verzend. Bedankt.

Onze advocaten

Onze counsels

  • Merel Teunissen

    Advocaat Liaise Advocaten

    Merel werkt voor cliënten in de cultuur, tech industrie, groot mkb en de mediabranche (met name de film- en televisie). Merel adviseert en procedeert op het gebied van mediarecht, filmrecht, privacyrecht, contractenrecht en intellectueel eigendomsrecht.

    Als advocaat is Merel pragmatisch, betrokken en duidelijk. Merel is een waardevolle sparringpartner voor haar cliënten. Ze denkt juridisch én commercieel strategisch met haar cliënten mee en wijst ze op aandachtspunten voordat er problemen ontstaan. Met veel van haar cliënten werkt ze al jaren samen.

    Nevenactiviteiten
    Naast haar werk als advocaat doceert Merel rechten aan de Nederlandse Amsterdamse Filmacademie en de DAS Graduate School. Merel zit in het bestuur van de Vereniging voor Kunst, Cultuur en Recht en Museum Perron Oost en is lid van de Vereniging voor Auteursrecht, de Vereniging voor Media en Communicatierecht en de Nederlandse Vereniging voor AI- en Robotrecht. Daarnaast wordt Merel regelmatig uitgenodigd als spreker bij uiteenlopende events. Merel geeft ook mediasessies samen met Myrthe van Pelt van agentschap MVP Management, meer informatie over de mediasessies vind je hier.

    Een greep uit Merels recente werkzaamheden

    • Juridische begeleiding van filmproducenten en creatieve producenten bij nationale & internationale (co-)producties - waaronder financieringen, beoordeling van scripts en opinies ten behoeve van de E&O verzekering;
    • Juridische begeleiding van verschillende aanbieders van apps;
    • Begeleiden van en voorkomen van juridische procedures bij onterechte claims binnen het auteursrecht;
    • Procedures tegen verschillende omroepen namens slachtoffers van onrechtmatige perspublicaties.

     

    Liaise Advocaten - Merel Teunissen

  • Alexandra Iedema

    Advocaat Liaise Advocaten

    Alexandra adviseert en procedeert voor cliënten in de cultuur-, muziek- en creatieve sector. Ze werkt onder meer voor artiesten, creatieve professionals, producenten en ondernemers binnen deze branches.

    Haar praktijk richt zich op het beschermen en exploiteren van intellectuele eigendomsrechten – zoals auteursrechten, muziekrechten, merken en modellen – en op het opstellen en beoordelen van contracten en arbeidsrechtelijke kwesties.

    Haar aanpak is erop gericht cliënten echt verder te helpen met adviezen die bruikbaar zijn, goed doordacht en juridisch solide. Daarbij vindt ze het minstens zo belangrijk dat je snapt wat er speelt, welke keuzes je hebt, en wat daarvan de gevolgen zijn.

    Alexandra heeft oog voor nuance, zonder de hoofdlijn uit het oog te verliezen. Ze is altijd op zoek naar hoe iets wél kan. Ze ziet snel waar het wringt, en net zo snel wat er nodig is om verder te kunnen.

    Wat daar juridisch bij komt kijken, is zelden zwart-wit. Het is balanceren tussen bescherming en ruimte, tussen slimme afspraken en werkbare oplossingen. En soms is het gewoon nodig om je positie te verdedigen, scherp en met overtuiging.

    Nevenactiviteiten

    Alexandra doceert het vak recht aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, bij de Opleiding Productie Podiumkunsten. Verder zit Alexandra in het bestuur van de stichting Stories On Sound en de stichting Buysse & Joosten, is zij kascommissielid van de Vereniging voor Kunst Cultuur Recht en is zij lid van de Vereniging voor Auteursrecht en Young Stedelijk.

    Een greep uit Alexandra’s recente werkzaamheden

    • Opstellen van overeenkomsten in de muziekindustrie, zoals uitgaveovereenkomsten, artiestenovereenkomsten en managementovereenkomsten.

    • Begeleiding van ontslag en reorganisaties in arbeidszaken.

    • Begeleiding bij het veiligstellen van auteursrechten en/of naburige rechten bij inbreuk.

    • Begeleiding bij het bepalen van de rechtspositie bij mogelijke inbreuk op auteursrechten en/of naburige rechten.

    • Opstellen van opdrachtovereenkomsten voor films, theater, televisieproducties en ontwerpen.

    • De rechtspositie bepalen van uitgevers, producers, artiesten, componisten, tekstschrijvers op muziekwerken.

    • Beoordeling van modelrechtinbreuk en een sommatiebrief opstellen.

    • Beoordeling van handelsnaaminbreuk en een sommatiebrief opstellen.

       

    Alexandra Iedema aan het werk

  • Jaap Versteeg

    Advocaat Liaise Advocaten

    Jaap werkt veel voor cliënten in de creatieve industrie (waaronder muziek, televisie/streaming/film, evenementen, theater en kunst). Hij adviseert en procedeert op het gebied van IE-rechten, onrechtmatige perspublicaties, contractenrecht en arbeidsrecht.

    Als advocaat is Jaap helder en betrokken. Hij werkt voor ondernemingen en (culturele) instellingen. Ook begeleidt Jaap mediatalent, waaronder presentatoren, musici, schrijvers, componisten en andere creatieve persoonlijkheden. Hij staat vele van hen al jaren bij in contractonderhandelingen. Hij denkt zowel commercieel, strategisch als juridisch met zijn cliënten mee. Jaap kan als geen ander complexe situaties helder analyseren.

    Nevenactiviteiten

    Jaap is lid van de Vereniging voor Auteursrecht, de Vereniging voor Media- en Communicatierecht en de Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht.

    Een greep uit Jaaps recente werkzaamheden:

    • Begeleiden van transacties, de koop en verkoop van muziekuitgaverechten, in de muziekindustrie, en het voeren van procedures daarover.

    • Begeleiden van overeenkomsten van bruikleen tussen musea en kunstcollecties; het procederen over kunstwerken.

    • Adviseren bij het tot stand komen van overeenkomsten in de creatieve industrie (waaronder muziek, televisie/streaming/film, evenementen en theater) en het procederen daarover.

    • Begeleiden van reorganisaties en andere arbeidsrechtelijke issues.

    • Adviseren en procederen over onrechtmatige publicaties, waarbij zowel particulieren, bedrijven als instellingen betrokken zijn.

    • Het adviseren en procederen over geschillen met betrekking tot auteursrecht, merkenrecht en handelsnaamrecht.

       

    Jaap Versteeg van Liaise advocaten

  • Roland Wigman

    Advocaat Liaise Advocaten

    Roland weet alles van filmrecht en filmauteursrecht. Na een korte carrière als filmproducent staat hij al ruim 33 jaar filmproducenten, filmfinanciers, filmdistributeurs en makers bij. Zowel nationaal als internationaal.

    Als advocaat kent Roland het hele juridische- en financiële speelveld dat bij een filmproductie speelt op zijn duimpje. Deze brede juridische kennis vertaalt hij naar pragmatisch en duidelijk advies. Roland is een waardevolle sparringpartner voor zijn cliënten. Met vrijwel al zijn cliënten werkt Roland al jaren samen.

    Nevenactiviteiten

    Naast zijn werk als advocaat doceert Roland rechten aan de Nederlandse Amsterdamse Filmacademie en filmrecht aan de Mr. S.K. Martens Academie de specialisatieopleiding voor ervaren juristen. Daarnaast wordt Roland regelmatig uitgenodigd als spreker bij uiteenlopende events op het gebied van filmrecht. Roland is auteur van de boeken ‘Film voor de rechter’ en ‘Boek voor de rechter’ en co-auteur van ‘Transparantie over exploitatiecontracten'.

    Een greep uit Rolands recente werkzaamheden

    • Juridische begeleiding van filmproducenten bij nationale & internationale (co-)producties - waaronder financieringen, coproductiecontracten, verkrijging van rechten, beoordeling van scripts en opinies ten behoeve van de E&O verzekering;
    • Advisering omtrent alle facetten van het auteursrecht in nationale en internationale context en het begeleiden bij en voorkomen, dan wel zo nodig voeren, van juridische procedures bij al dan niet terechte claims met betrekking tot het auteursrecht.

     

    Roland Wigman - advocaat

  • David Allick

    Advocaat Liaise Advocaten

    David is als advocaat gespecialiseerd op het gebied van vastgoed. David adviseert en procedeert voor ontwikkelaar, beleggers, verhuurders/huurders, makelaars en beheerders. Ook in het ondernemingsrecht is hij thuis.

    Hij helpt zijn cliënten met huurrecht en andere vastgoed gerelateerde rechtsgebieden en ondernemingsrecht. Zijn ruime ervaring en brede oriëntatie, gecombineerd met zijn originele geest, geven hem het vertrouwen waar nodig de gebaande paden te verlaten.

    Hij grijpt hard in als dat moet maar zoekt geen ruzie. Hij is in staat plooien glad te strijken en de deal zonder ongelukken te laten landen. En daarbij drukt hij zich helder en ongecompliceerd uit.

    David Allick - advocaat

  • Jetse Sprey

    Legal counsel Liaise Advocaten

    Jetse was jarenlang advocaat en is nu legal counsel, en werkt als zodanig in voorkomende gevallen als adviseur samen met kantoor.

    Hij vindt oplossingen in plaats van problemen en is telkens weer in staat om impasses te doorbreken. Hij zegt wat hij ergens van vindt en niet wat hij denkt dat zijn cliënten willen horen. Hij schrijft scherpe contracten die goed te lezen zijn. Hij heeft veel ervaring met Blockchain en onderneemt daar zelf in. Hij schrijft adviezen die overtuigen. Hij weet veel van intellectueel eigendom, privacy en ondernemingsrecht.

  • Wendela Bierman

    Interim Legal counsel Liaise Advocaten

    Wendela werkt als Interim Legal counsel.

    Wendela heeft van 2004 tot 2014 als advocaat gewerkt bij ons kantoor en heeft daarna bedrijfservaring opgedaan bij onder meer The Walt Disney Company en muziekrechtorganisaties.

    Weer terug bij Liaise advocaten adviseert zij cliënten uit de creatieve industrie (film, muziek, media en cultuur) met name op het gebied van IE-rechten, filmrecht, muziekrecht, mediarecht, ondernemingsrecht en onrechtmatige publicaties.